10 augustus 2012 |
|
De begraafplaats is in 1829 in gebruik genomen. Voordien lag de begraafplaats van Franeker in en om de Martinikerk. Deze is in dat zelfde jaar gesloten, waarna het stedelijk bestuur het beheer van het Martinikerkhof van de Kerkvoogden overgenomen heeft. De verplaatsing hangt samen met een vernieuwde visie op de lijkbezorging met als belangrijk uitgangspunt dat in grote plaatsen niet meer in de bebouwde kom begraven mocht worden. En voorts dat de lijkbezorging in eerste instantie een taak van de gemeente was, ook al waren particuliere begraafplaatsen niet verboden. Derhalve moest de stad in het eerste kwart van de 19de eeuw omzien naar een geschikte plek voor de aanleg van een nieuwe begraafplaats buiten de bebouwde kom. Ook weer niet te veraf gelegen, omdat veel begrafenissen vanuit de bebouwde kom te voet moesten worden afgelegd. De grond moest redelijk droog zijn om te voorkomen dat de kisten neergelaten moesten worden in met water ondergelopen graven. De stad vond daarvoor een plek vlak ten westen van de stad. Geologisch is dit een kwelderwal, die vanuit dien aard hoger ligt dan de omgeving en door de grondsamenstelling ook goed waterdoorlatend is. De kwelderwallen waren later uitermate geschikt voor het opwerpen van terpen. De grond lag relatief al hoog en was draagkrachtig genoeg om de terp niet weg te laten zakken. Vlak ten westen van de stad lag zo'n terp die nog niet bebouwd was met huizen. In het begin van de 19de eeuw was die terp in het bezit van de toenmalige gemeentesecretaris Scheltema en als zodanig kon men verwachten dat deze niet erg dwars zou liggen om de grond af te staan.
Die situatie maakte het mogelijk op deze plek in drie lagen te begraven.
> volgende |
Deze site is voor het laatst bijgewerkt op 10 oktober 2009